Inloggen

Van Burgerparticipatie naar Zelforganisatie

Wat is er als sturende overheid nou fijner dan wanneer maatschappelijke problemen vanuit de gemeenschap worden opgepakt en lokaal worden opgelost? Precies!, in eerste instantie lijken er weinig nadelen aan te kleven. De laatste aantal jaren zie je dan ook een grote groei in het aantal burgerinitiatieven en zelforganiserende bewoners. Dit uit zich onder andere in een groei van de zorg- en energiecoöperaties en de opkomst van bijvoorbeeld speciale woongroepen als de ‘’tiny house movement’’. Daarom deze week in de blog; een kijkje naar waarom burgerinitiatieven ontstaan, wat bepalende succesfactoren zijn en wat de mogelijke valkuilen zijn.

 

Waar komen ze vandaan?

In principe zijn er twee hoofdredenen waarom er in Nederland steeds meer burgerinitiatieven ontstaan. De eerste reden is het terugtrekken van de overheid. Bijvoorbeeld in gebieden op het platteland waar de overheid (of de markt) stopt met het leveren van bepaalde diensten als bibliotheken of een lokale buslijn, in sommige gevallen pakken de burger dit dan zelf op. Een tweede reden is dat de burger steeds mondiger en competenter wordt. Initiatieven ontstaan uit onvrede over hoe de overheid het aanpakt en daarom gaat men het zelf regelen, denk aan initiatieven binnen de gebiedsontwikkeling of energiecoöperaties.

 

Waar bestaan ze uit en wat is het doel?

Maar wat is dan precies een burgerinitiatief? Een burgerinitiatief is een vorm van zelforganisatie waarin burgers energie en middelen mobiliseren of gezamenlijk producten of diensten te leveren voor de publieke gemeenschap. Waar vooral naar wordt gestreefd binnen deze initiatieven is een grote mate van autonomie en onafhankelijkheid. Daarnaast ontwikkelen dit soort initiatieven vaak hun eigen verdienmodel en zijn ze gericht op een langdurige samenwerking tussen burgers. Toch is het doel van totale onafhankelijkheid vaak lastig omdat deze initiatieven vaak sterk leunen op de hulp van vrijwilligers en vaak ook nog een intensieve relatie hebben met publieke instanties.

 

Potentieel en succesfactoren

Net als bij ‘’reguliere’’ burgerparticipatie zit er een groot potentieel in de toepassing van burgerinitiatieven. Zo worden lokale belangen mogelijk beter behartigd en kan het zorgen voor een betere dienstverlening. Daarnaast heeft het culturele voordelen; het kan zorgen voor een hoge mate van burgerbetrokkenheid en kan zorgen voor nieuwe sociale identiteiten doordat een groep mensen aan de slag gaat met één gemeenschappelijk doel. Tot slot heeft het ook weer zijn democratische voordelen; het zorgt voor meer zeggenschap en verhoogt de governance-capaciteit

Of dit potentieel ook daadwerkelijk wordt behaald heeft te maken met een samenspel van verschillende factoren. Ten eerste is het van belang dat het burgerinitiatief ook daadwerkelijk impact heeft en wat toevoegt wat er anders niet zou zijn. Daarnaast is het van cruciaal belang dat er capaciteit wordt ontwikkeld en gemobiliseerd om het initiatief (of de zelforganisatie) ook daadwerkelijk uit te voeren. Vaak zie je dat voor deze stap toch een rol is weggelegd voor de (lokale) overheid. Wat hiervoor ook belangrijk is, is het type leiderschapsstijl dat wordt gehanteerd. Doormiddel van transformationeel leiderschap (inspireren, motiveren) en verbindend leiderschap (het samenbrengen van mensen en middelen)  hebben burgerinitiatieven een grotere kans van slagen.

 

Valkuilen

Zowel vanuit overheidsinstanties als de initiatiefnemers van het burgerinitiatief bestaan er een aantal valkuilen. Als overheid is het bijvoorbeeld lastig om op de continuïteit te rekenen van een burgerinitiatief. Ze zijn namelijk vaak voor een groot deel afhankelijk van vrijwilligers die geen verplichtingen hebben. Daarnaast kunnen de doelstellingen van het burgerinitiatief en die van de overheid verschillen en is er lastig zicht op of het burgerinitiatief wel functioneel is voor iedereen (dus niet een klein groepje burgers dient). Tot slot blijft de overheid vaak politiek verantwoordelijk, ook wanneer het een kleine (of geen) rol heeft binnen het initiatief.

Voor de initiatiefnemers zelf kan het lastig zijn dat zij toch vaak afhankelijk blijven van publieke middelen. Wanneer er een politieke koerswijziging zich voordoet kan het zomaar gedaan zijn met het idee. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat wanneer een burgerinitiatief groter wordt het formaliseert en de voordelen ervan (wederkerigheid, solidariteit, flexibiliteit) vervagen.

 

Doe het zelf

Problemen die door de gemeenschap zelf worden opgelost; het klinkt te mooi om waar te zijn. Maar dit hoeft in werkelijkheid dus niet zo te zijn. Wanneer aan de juiste voorwaarden wordt gehouden kunnen dit soort initiatieven erg waardevol zijn. Als overheid wil je ervoor zorgen dat het een succes wordt, maar bij zelforganisatie is de rol van overheid idealiter zo klein mogelijk. Hoe pak je dit dan aan? Volgende week ga ik mij over die vraag buigen, hoe burgerinitiatieven en zelforganisatie ‘’stiekem’’ zijn te sturen door middel van metagovernance. Tot volgende week!

 

Vragen of opmerkingen? Mail Mij!

j.voskuil@vpng.nl

 

Meer lezen?

 

Malika, I., Jurian, E., & Ingmar, van M. (2019). Citizens in action, what do they accomplish? a systematic literature review of citizen initiatives, their main characteristics, outcomes, and factors. Voluntas: International Journal of Voluntary and Nonprofit Organizations, 1-19, 1–19. https://doi.org/10.1007/s11266-019-00129-0

 

Mees, H. L. P., Uittenbroek, C. J., & Driessen, P. P. J. (2019). From citizen participation to government participation: an exploration of the roles of local governments in community initiatives for climate change adaptation in the netherlands. Environmental Policy and Governance, 29(3), 198–208. https://doi.org/10.1002/eet.1847