Inloggen

De missie voor veel gemeenten en provincies is dat de mensen meer eigenaar moeten worden van hun eigen omgeving.  Het oude stelsel van besturen, de democratische rechtstaat, functioneert steeds minder, maar hoe moet het nu dan wel?


Studio Vers Bestuur

Gastspreker was Ferenc van Damme. Ferenc werkt sinds 2009 bij de provincie Overijssel als participatiestrateeg om de kloof tussen de burgers en de overheid te verkleinen. Sinds 2015 is dit bij de provincie uitgegroeid tot een apart programma, genaamd ‘Studio Vers Bestuur’, om de nieuwe spelregels van de samenleving te ontdekken. Dit programma draagt bij aan kerntaak 7 die elke provincie en gemeente heeft, namelijk de kwaliteit van het openbaar bestuur. De afgelopen jaren is Studio Vers Bestuur lerende partnerschappen aangegaan met gemeenten, de eigen projectleiders, wijken, onderwijsinstellingen, woningbouwcorporaties om in de praktijk te leren hoe je burgers kan betrekken bij het bestuur.

Veranderingen
We staan met z’n allen als prive-persoon midden in de maatschappelijke veranderingen. Tv-kijken en muziek luisteren is bijvoorbeeld veranderd, veel mensen hebben Netflix, Spotify, etc. Maar zakelijk, in ons werk, hebben we het moeilijk met al die veranderingen. Deze sessie is vooral bedoeld om je ervan bewust te laten worden dat maatschappelijke veranderingen ook van invloed zijn op je werk en dat je bij je werk rekening moet houden met veranderingen.  

Interessante boeken zijn:

  • De perfecte storm, van Jan Rotmans
  • Revolution, van Russell Brand
  • De meeste mensen deugen, van Rutger Bregman
  • Homo Deus, van Yuval Noah Harari
  • Nooit af, van Martijn Aslander en Erwin Witteveen
  • Democratie 4.0, van Bob de Wit
  • Groter denken, kleiner doen, van Herman Tjeenk Willink
  • The inevitable, van Kevin Kelly
  • Machine platform crowd, van Andrew McAfee en Erik Brynjolfsson


Tijdperken
Het is nu geen tijdperk van veranderingen, maar een verandering van tijdperken.  De ouderen onder ons hebben nog meegemaakt dat er een wasmachine in huis kwam, een zwart/wit-tv, een VHS-recorder en een magnetron. Het waren allemaal veranderingen die vrij snel gingen, maar het was bij te houden. De introductie van nieuwe dingen gaat tegenwoordig veel sneller en de dingen verdwijnen ook weer veel sneller. Tieners van tegenwoordig weten dat als je nu iets koopt, het over maximaal twee jaar waarschijnlijk naar een museum kan.  Alles gaat steeds sneller. De agrarische revolutie duurde 8000 jaar, de industriële revolutie 125 jaar. De uitvinding van de gloeilamp 90 jaar, de maanlanding 22 jaar, internet 9 jaar… De uitvindingen gaan steeds sneller. We zijn op weg naar “De singulariteit’. Dat wil zeggen dat alles wat we kunnen verdubbeld in een seconde en dit zal voor 2045 bereikt zijn. Op dit moment hebben we nauwelijks aan ChatGTP kunnen wennen en er zijn alweer nog beter ChatGTP die nog weer beter zijn. Er komen dus nieuwe spelregels, voor iedereen en alles:

  1. Robots en algoritmes nemen meer en meer over.
    Bijvoorbeeld schrijvers van beleidsstukken en van persberichten krijgen grote concurrentie, want bijvoorbeeld ChatGTP schrijft in anderhalve seconde een stuk voor de provincie Overijssel dat voor 90% af is. En ook bij chirurgen kan je tegenwoordig al kiezen of de operatie door een robot of door de chirurg moet worden gedaan. Dit gaat dus ook gelden voor wethouders en gedeputeerden. Straks kan AI sneller, objectiever, foutloos en ethischer het werk van een wethouder doen.
  2. Platforms maken de dienst uit, platforms in de vorm van bijvoorbeeld een school, een voetbalclub, een facebook-groep, etc. Vaak heeft een wijkvereniging veel meer invloed op de bewoners dan de door de gemeente aangestelde wijkregisseur.
  3. De ´crowd´ weet het beter dan de ´experts´


Nieuwe spelregels
Al deze veranderingen zorgen voor nieuwe spelregels, voor iedereen en alles, ook voor projectmanagers van overheden. Realiseer je dit. Als morgen alle commerciële en publieke omroepen op zwart gaan, merkt de jeugd daar helemaal niets van. Hoe gaat dit lopen met bijvoorbeeld politieke partijen, kerken, vakbonden en de democratie?

Economie
We hebben een nieuwe economie nodig. Tien jaar geleden werd Kate Raworth met haar donut-model nog uitgelachen. Amsterdam gebruikt dit model nu. Aan de buitenkant van het model staan alle schadelijke gevolgen van onze huidige economie voor de aarde, zoals stikstof en de afname van  biodiversiteit. Wanneer we komen aan de elementen aan de binnenkant van het model staan, zoals voedsel en gezondheid, dan gaan de mensen protesteren, want dan wordt hun comfort minder. In de ideale situatie blijf je in het midden, in de groene cirkel. Een economie met respect voor mens en natuur. Dat is een ander soort denken als een economie die elk jaar weer met een x-aantal procent moet groeien.


Ondertussen in Nederland
In de oude wereld hadden we zuilen en sociale klassen, was alles hiërarchisch, statisch en voorspelbaar. Elke zuil had zijn eigen kranten, omroep, politici, etc. Voor elk onderwerp is wel een instituut opgericht, compleet met bestuur. De jongeren in de nieuwe wereld herkennen de oude wereld helemaal niet. Het opmerkelijke is dat we als individuen wel deelnemen aan de nieuwe wereld, de zwermdynamiek, want we kopen via het internet, communiceren via nieuwe technieken, etc. Maar als werknemer werken we voor instituties die de spelregels van de oude wereld nog volgen. We zitten als projectleiders, programmamanagers, procesregisseurs en opgavemanagers dus in het harnas van een hiërarchisch  politiek bestuurd orgaan, terwijl de wereld vraagt om een zwermbenadering die adaptief met de veranderende wereld kan meebewegen. 

De ladder van eigenaarschap
Als overheid heb je zeven keuzes van leiderschap. Bij elke bestuursstijl past een participatievorm. Onderaan op de ladder staat een gesloten autoritaire stijl en daarin speelt participatie geen rol. Als er een gat in de weg zit, ga je hierover niet participeren. Jet zet de weg af en gaat het maken. Veelal zitten we in Nederland op de tweede trede, de open autoritaire stijl. Eens per vier jaar doen wij afstand van ons recht om te beslissen en leggen dit in handen van het democratisch gezag. Op bepaalde onderwerpen stijgen we iets op de treden, maar de uiteindelijke beslissing ligt weer op het niveau van de tweede trede. Als ontvanger en afzender moet dus helder zijn op welke trede van de ladder je staat.

Denkstappen bij het bepalen van de trede
Bepaal per project, per thema en per onderwerp:

  • Waarom: Waarom zit dit onderwerp op welke positie op de participatieladder? Waarom eigenlijk interactie met de mensen? Snappen alle betrokkenen waarom we dit doen?
  • Wat: Wat zijn de spelregels in dit geval? Wat is wiens rol, houding, mandaat en verantwoordelijkheid? Wat is het verwachtingsmanagement?
  • Wie: Met wie wil je deze klus gaan klaren? Inwoners of partners zijn niet één soort mensen. Wie zijn we eigenlijk. Belevingswerelden van anderen? Doelgroepsegmentatie!
  • Hoe? Je kunt pas echt bepalen hoe je het gaat doen na het bewust doorlopen van bovenstaande stappen. Een eerdere keuze voor ‘gedegen’ of ‘ludieke’ aanpakken is vaak verspilling van geld en energie.

Vaak vervalt men bij participatie in het traditioneel betrekken van inwoners via folders, websites, nieuwsbrieven, keukentafelgesprekken, info-avonden, inspraakrondes, focusgroepen, ‘leuke’ bijeenkomsten etc. Of men richt een burgerpanel, jongerenraden, wijk-, buurt en dorpsraden of belangenverenigingen op, maar geen doorsnee mens gaat vrijwillig in zo’n groep zitten. Je krijgt daarin weer de usual suspects en zij vertegenwoordigen niet de grotere groep. Mensen onder de 45 zitten sowieso niet in panels of raden. Zij hebben geen vertrouwen in de media en de politiek. Als mensen onder de 45 in dit soort raden zitten, dan alleen voor hun eigen belang.

Tijd voor een andere houding?
Alles wat je voor mij doet, maar niet met mij, doe je tegen mij (Gandhi). Denk als projectleider dus niet alleen in je eigen belevingswereld. Je komt bij veel groepen als projectleider binnen als de vijand.

Doelgroepen voor participatie
Motivaction heeft acht sociale doelgroepen gedefinieerd.

  • De traditionele burgerij, die geen veranderingen wil.
  • De moderne burgerij, wonen massaal in Vinex-wijken en zijn ongerust over de toekomst. 
  • Kosmopolieten, zijn beschouwend en vooruitstrevend. Kijken naar het grotere geheel.
  • Postmoderne hedonisten, willen vooruit en willen dingen beleven, willen intern rijker worden.
  • Nieuwe conservatieven, die orde, regelmaat, fatsoen en respect willen en een luxe leven leiden.
  • Gemaksgeoriënteerden, werken overdag hard en willen 's avonds geen gezeur aan hun kop, dont worry, be happy.
  • Opwaarts mobielen, willen vooruit op de sociaal economische ladder. Die willen laten zien dat ze het materieel goed hebben.
  • Postmaterialisten, zijn de kansloze wereldverbeteraars.

Bij de overheden werken veel postmaterialisten, kosmopolieten en postmoderne hedonisten. Op bijna alle postcodes in Nederland vind je de onderstaande verhouding van de belevingswerelden terug.

Bij alle thema's, zoals wonen, de energietransitie, etc, zou je al deze groepen moeten zien te bereiken. Dat is bijna niet te doen. In de praktijk bestaan er gelukkig vier rollen die mensen in de samenleving willen vervullen. Hier ontstaan een aantal gelijke houdingen. Op de vraag hoe men zijn rol in de samenleving ziet, beantwoorden de nieuwe conservatieven, de kosmopolieten en de post-materialisten gelijk. Zij denken over hun rol in de maatschappij hetzelfde en zij zijn samen in hun wijk, buurt of gemeente de verantwoordelijken en deze groep horen wij bij de overheid het meest.

 

De verantwoordelijken doen mee aan enquetes, komen naar inloopavonden, kennen de weg naar de politiek, oefenen al invloed uit. Deze groep krimpt echter met twee procent per jaar. In 2030 is deze groep nog maar 17% groot. Alles wat nu een penningmeester, een secretaris, een voorzitter en statuten heeft, zal merken dat het steeds moeilijker wordt om mensen te vinden die meedoen, omdat de groep verantwoordelijken kleiner wordt. 

De plichtsgetrouwen doen braaf wat de in hun ogen authoriteiten verlangen. De groeiende groepen zijn de structuurzoekers en de pragmatici. De structuurzoekers zijn ongerust door alle veranderingen die gaande zijn. Deze groep groeit met twee procent per jaar. Het hardst groeit de groep van de pragmatici, veelal mensen van onder de 40. Deze groep heeft niet veel met de overheid of de verantwoordelijken. Zij leven hun eigen leven. In 2030 zal dit de grootste groep zijn. Met deze twee groeiende groepen moet je dus aan de slag, maar zij zijn dus het moeilijkst te bereiken. Hiervoor moet je, je team, eerst je eigen box van normen en waarden kennen en daar vervolgens uit te durven stappen om met anderen op een gelijkwaardige manier het gesprek aan te gaan. Zorg daarom vooral voor echtheid oftewel authenticiteit en echte mede-eigenaarschap.

Wat werkt?
Echte mensen, die mede-eigenaarschap willen bieden met een raad die hierin meegaat! Actief, bescheiden en positief. Als gelijkwaardig meedoen in dialoog, vragend luisteren, vooroordelen bewust vermijden, meer hart dan hoofd.

Wat bij alle communicatie geldt: laat de mensen aan het woord en doe zelf een stapje terug. Laat de mensen zelf hun content maken en verspreiden. De belangrijkste sleutel blijft het eigenaarschap van een project. De beste leiders zijn leiders die dienend zijn, waarbij de inwoners kunnen zeggen: "We hebben het zelf gedaan."

Meer info
De presentatie en ander materiaal vind je hier:
https://www.vpng.nl/mijn-omgeving/dashboard/forum/post/meet-en-greet-studio-vers-bestuur

De opname van deze bijeenkomst is eveneens terug te kijken: https://www.vpng.nl/vakgroepen/participatie/#videos