Inloggen

Vanuit de serie Meester in je vak werd dit keer het krachtenveld uitgelicht. Bij ieder project, proces, programma en elke opgave moet je een krachtenveldanalyse maken om niet voor verrassingen te komen staan. Bij een krachtenveldanalyse breng je in beeld wie op de bok zit van de kar, wie aan de kar trekt, wie in de kar zit, en wie de kar proberen tegen te houden.

Bij programmatisch werken werk je in vier fasen en acteer je op zeven velden. Het krachtenveld is één van de zeven velden van het 7-veldenmodel en het is een instrument dat je in de vier fasen van de levensloop van een programma gebruikt. In het 7-veldenmodel heb je bovendien het krachtenveld bij alle velden van het 7-veldenmodel nodig.

In bijvoorbeeld het richtinggevende veld van het 7-veldenmodel bepaal je het verhaal dat je aan de verschillende partijen in het krachtenveld gaat vertellen. In het programmerende veld gaat het vooral om de uitwerking. Hoe ga je de opgave SMART maken, ook hierbij speelt het krachtenveld weer een rol. Interventies richt je bijvoorbeeld steeds op bepaalde groepen of partijen, en deze kan je destilleren uit je krachtenveldanalyse.

In bijvoorbeeld het managementveld van het 7-veldenmodel kijk je als programmamanager met wie je bepaalde zaken uitvoert. Wederom kijk je hier naar je krachtenveld. Partijen uit het krachtenveld kunnen ook geld of middelen inbrengen en teamleden kunnen al relaties hebben met bepaalde partijen.

Bij de vier fasen gebruik je in de verkenningsfase het krachtenveld om te verkennen met wie je te maken hebt. Wie zijn je vrienden en wie je vijanden. Wie worden geraakt door je programma. In de opbouwfase gebruik je het krachtenveld om te bepalen met wie je dingen gaat doen, welke keuzes je gaat maken. In de uitvoeringsfase gebruik je het krachtenveld om ervoor te zorgen dat iedereen aangehaakt blijft en in de afbouwfase zorg je dat de resultaten van je programma of opgave worden geborgd bij de diverse partijen uit het krachtenveld.

Het resultaat van een krachtenveldanalyse is overigens voor iedere gemeente en opgave altijd weer anders. Je kan als gemeenten dezelfde opgave hebben, waarbij het krachtenveld van gemeente tot gemeente verschilt.

Stappen voor een krachtenveld

  1. Actoreninventarisatie en -analyse. In deze stap maak je een inventarisatie en analyse met wie je allemaal te maken hebt. Kijk hierbij naar interne en externe partijen, en ook intermediairs zoals media en adviesraden. Welk belang heeft een ieder? Materieel, politiek, sociaal, informatie of religieus? Welke positie heeft een ieder? Heeft de persoon macht of legitimiteit. En bekijk daarna hoe deze actoren zich tot elkaar verhouden en de urgentie voor een ieder.




  2. Ringen van invloed. 
    Wanneer je alle partijen in beeld hebt, welke rol ken je ze vervolgens toe. Wanneer een partij veel belang, veel invloed en veel macht heeft, dan zit de partij in de kern van het krachtenveld. Deze partijen gaan meebepalen. Dit kunnen interne partijen zijn, maar ook externe. In de ring daarbuiten heb je de partijen die meewerken. In de derde cirkel gaat men meedenken, bijvoorbeeld via klankbordgroepen, enquêtes, etc. Deze groep levert input, denkt mee, maar mag zelf geen beslissingen nemen. In de buitenste cirkel zorg je dat mensen meeweten. Je informeert partijen via communicatie etc.


    Hierna zet je partijen in een bepaald quadrant. Beslissers hebben het geld of de wettelijke kaders. De beïnvloeders hebben geen geld of wettelijke kaders achter zich, maar proberen het programma wel te beïnvloeden. Denk hierbij aan milieubeschermingsorganisaties of een georganiseerde groep inwoners. In het quadrant van de uitvoerder zitten de partijen die het werk daadwerkelijk uitvoeren. Dit kunnen interne collega's zijn of extern ingehuurde partijen. De gebruikers hebben te maken met de resultaten van een programma. 

  3. In stap drie ga je de strategie bepalen. In het begin zal je vooral iedereen enthousiast willen maken over het programma. Je hebt de keuze uit een aantal strategieën. Bijvoorbeeld de 'betrokken bij' versus 'kennis van' strategie. Aan de hand van de plek die ze innemen ga je met ze aan de slag.

     
    Een andere strategie is te kijken naar hoeveel macht iedere stakeholder heeft. De mensen met veel macht, kunnen je programma maken of breken. 



    De mensen met weinig invloed en weinig belang zijn op dat moment niet belangrijk voor je programma. Je steekt weinig tijd in deze stakeholders. Je blijft ze echter wel monitoren, voor wanneer ze opeens wel een belang gaan zien bijvoorbeeld. De stakeholders met veel invloed, maar weinig belang, moet je vooral tevreden houden. Partijen met weinig invloed, maar met veel belang moet je vooral goed informeren. 

    Een derde strategie die je kunt volgen is die van de 'vrienden en vijanden'. Iemand met wie je een goede vertrouwensrelatie hebt, maar als die persoon wel een ander belang heeft, dan is het je tegenstander. Het is niet je vijand. Je kunt met zo'n partij nog rationeel discussiëren. Als je vertrouwen in iemand hebt en die partij heeft ook nog eens een tegengesteld belang, dan is het je vijand. Hier kan het al snel escaleren. Heb je in een partij weinig vertrouwen, maar deel je dezelfde belangen, dan vorm je een coalitie.



    Bij een vierde strategie ga je puur op basis van argumenten werken. Je gaat een stakeholder overtuigen van jouw doelen. Dit kan op ideologisch niveau (normatief), op systeemniveau (de regels van het spel), op probleemniveau (de inhoud van de opgave) of instrumenteel niveau. 

    Bij de 'belangen'-strategie inventariseer je eerst alle standpunten van de actoren, daarachter zoek je de belangen of drijfveren, vervolgens formuleer je het probleem dat ze moet jouw programma hebben en vervolgens ga je opties zoeken.

    Bij de 'netwerk'-strategie ga je de relaties tussen de verschillende actoren analyseren en ga je actoren inzetten om andere actoren te beïnvloeden. 

  4. Strategie uitvoeren! Via communicatie, media, relaties, netwerken, lobbyen, etc, etc,...



Praktijkcase

Renee Besselink van de gemeente Hengelo bracht haar ervaring in met het krachtenveldanalyse. Ze werkt nog niet heel heel lang veel de gemeente en via een krachtenveldanalyse maakte ze direct al contact met zeer veel partijen binnen de gemeente. 

Het nieuwe college van Hengelo wil aan de slag met een wijkgerichte aanpak in het sociaal domein. Inwoners moeten zich meer zelf redden, waar nodig met de ondersteuning  van de gemeente. Het college wil algemene voorzieningen in de wijken die goed aansluiten op de behoefte van de wijkbewoners, waardoor minder inwoners aangewezen zijn op maatwerkvoorzieningen. Hier zijn zeer veel actoren bij betrokken.  

Als je wilt weten hoe partijen staan tegenover plannen, ga dan naar de mensen toe. Renee was eerst vooral intuïtief bezig om actoren bij de opgave te betrekken. Met een krachtenveldanalyse merkte ze dat alle betrokken partijen veel concreter werden. Pas door een krachtenveldanalyse krijg je overzicht over de posities die de verschillende actoren innemen. De vraag blijft wel hoe je jouw krachtenveldanalyse naast de krachtenveldanalyses van andere opgaven plaatst. 

Voor de krachtenveldanalyse moet je veel bij de mensen langs. Wat zijn hun belangen, wensen en ideeën. Welke relaties liggen er met andere partijen en hoe verhouden zij zich tot elkaar. En hoeveel invloed heeft een partij. Je wilt bouwen aan een vertrouwensrelatie, die vervolgens de basis is om samen te werken en samen iets te ontwikkelen. Vaak vind je heel veel belangen heel praktisch onder één dak, bij bijvoorbeeld een wijkcentrum. 

Door contact te zoeken met de diverse actoren, hoor je ook weer welke relaties van de actoren in de weerstand zitten. Dat is voor jou een signaal om de persoon die in de weerstand zit op te zoeken. Bijvoorbeeld vrijwillige besturen van wijkcentra zijn bang voor veranderingen, zijn bang dat hun bestaansrecht in het geding komt. Het is zaak zo snel mogelijk bij de actoren aan te geven welke veranderingen eraan komen en wie daar bij betrokken zijn. Kijk welke positie elke partij heeft in de opgave, welke (tegengestelde) belangen zijn er? Welke rol en opdracht past vervolgens bij een actor? Wat betekent dit voor lopende zaken? 

De volgende stap is het aanscherpen van de opdracht. Regel commitment bij de opdrachtgever. Manage de verwachtingen en speel in op de wederzijdse belangen. En zorg voor heldere communicatie. Pas hierbij continu op voor ruis op de lijn. Er ontstaan 'onderonsjes',  of actoren die graag de aandacht krijgen, personen die graag alles bij het oude houden, mensen die alleen bezig zijn met de waan van de dag, mensen die twijfelen of de opgave überhaupt gerealiseerd kan worden en mensen die altijd anderen de schuld geven als het verkeerd gaat. Al deze krachten moet je onder controle houden en de verwachtingen afstemmen. Vooral in het begin van de opgave heb je hier veel last van. Houd bij al deze ruis de actoren aan tafel, houd steeds duidelijk wat hun belangen zijn en probeer ze voor je opgave te winnen en hun rol te bepalen. 

 

Deze sessie is opgenomen en is terug te kijken via de e-learning van de VPNG. Via het forum is de presentatie te downloaden.